Wat proeft de hond?


Honden zijn duidelijk superieur aan ons wat hun reukzin betreft, maar wij kunnen op een meer gedifferentieerde manier proeven. Honden reageren bijvoorbeeld bijna helemaal niet op zout.

De smaakzin van onze honden

Wat proeven onze honden eigenlijk? In principe hebben onze viervoeters dezelfde vijf basissmaken als wij: hartig (vleesachtig), bitter, zuur, zoet en zout. Zij hebben echter gemiddeld slechts 1700 smaakreceptoren, vergeleken met de fijne smaaksensatie van de mens met 9000. Dit is echter nog altijd meer dan katten, die slechts 500 receptoren hebben en helemaal geen zoet kunnen waarnemen. De reden daarvoor luidt: Zuivere carnivoren voeden zich uitsluitend met vlees en vis en hebben deze smaakwaarneming niet nodig. De hond daarentegen is een omnivoor die naast zijn hoofdvoedselbron, vlees, af en toe ook plantaardig voedsel eet, en daarom een zoetsensor nodig heeft bij het zoeken naar voedsel. Tijdens wandelingen kunnen we vaststellen dat honden zeer geïnteresseerd zijn in bessen of een appel. Zowel honden als katten zouden zout voedsel links laten liggen. In beide is deze smaaksensatie slechts minimaal aanwezig. Als je hoofdzakelijk vlees eet, is je zoutvoorraad immers gegarandeerd, zodat je het niet elders hoeft te gaan zoeken.

Honden hebben vier soorten smaakpapillen op de tong

  • Type A: De meest voorkomende smaakpapillen van honden reageren op aminozuren, waarvan vele (bv. L-proline en L-cysteïne) door de mens als zoet worden ervaren. Honden houden van deze zoete smaak.
  • Type B: Deze reageren op zure en bittere verbindingen en hebben een afschrikkend effect op de hond.
  • Type C: Ze reageren op de vleesachtig-hartige smaak, ook bekend als "umami”.
  • Type D: Deze nemen (in de menselijke zin) een fruitig-zoete smaak waar.

Wat proeven honden beter en wat slechter?

Net als bij de menselijke tong zijn de vier soorten smaakpapillen ook bij de hond overal op de tong te vinden. Deze zijn echter meer geconcentreerd in bepaalde zones. Als een smaak tijdens de voedselinname sterk overheerst, wordt de smaak op de hele tong waargenomen. Daarentegen worden alleen de gespecialiseerde gebieden geactiveerd in het geval van zwakke smaaknuances. Honden hebben een ander type en aantal smaakpapillen. Ze hebben onder andere een andere zoetervaring dan mensen. Bovendien zijn honden grotendeels ongevoelig voor zoute smaken. Dit is anders bij zoogdieren, die veel granen en groenten eten. Zij moeten zoutarm voedsel compenseren en reageren daarom bijzonder goed op zout voedsel. Vlees daarentegen bevat altijd zout, dus de hond hoeft zich daar geen zorgen over te maken. Bij honden zijn speciale smaakpapillen ontwikkeld voor vlees, vet en aan vlees verwante stoffen. Ze bevinden zich op het voorste deel van de tong en worden gebruikt om voedsel met vlees te zoeken of te herkennen.

Bescherming tegen slecht verteerbare levensmiddelen

Voedsel met bittere smaken wordt over het algemeen door honden vermeden, omdat dit een teken kan zijn dat het bedorven is. Van deze afkeer kan gebruik worden gemaakt: In sommige gevallen worden bittere smaakstoffen gebruikt in gels, sprays of pleisters om het likken aan wonden of het kauwen op voorwerpen te ontmoedigen. De smaakpapillen van type B bevinden zich echter achter op de tong. De bittere stoffen worden dus slechts met vertraging en alleen in grotere hoeveelheden waargenomen. Bij een keer kauwen of kort likken wordt de bittere smaak nog niet waargenomen. Het werkt alleen afschrikwekkend als het meerdere keren herhaald wordt.

In principe dient de smaakzin om onderscheid te maken tussen geschikt en ongeschikt of tussen slecht verteerbaar of giftig voedsel. Hoewel honden dit zintuig ondersteunend gebruiken, maken zij vooral gebruik van hun zeer uitgesproken reukzin bij het selecteren van voedsel. Simpel gezegd: Als het eten niet lekker ruikt, haalt het de smaaktest niet eens! Naarmate de hond ouder wordt, vermindert echter zijn smaak- en reukzin. Dan moet bijzonder verleidelijk ruikend voedsel worden aangeboden. Nat voer heeft in dit opzicht meestal een voordeel ten opzichte van droogvoer.

Overigens dient de tong bij de hond niet alleen als smaakorgaan, maar heeft zij ook andere belangrijke functies: De beweegbare tong dient voor de vloeistofinname en door middel van hijgen voor de afkoeling van de lichaamstemperatuur.

De voordelen van PLATINUM hondenvoeding

  • PLATINUM heeft een unieke bereidingswijze Fleischsaftgarung, die vele voordelen biedt ten opzichte van conventionele hondenvoer.
  • Hondenvoeding uit Fleischsaftgarung wordt uitsluitend in eigen vleessap gegaard en is daarom rijk aan voedingsstoffen zoals BARF, goed voor de spieropbouw en ook bijzonder smakelijk voor uw hond.
  • Met minstens 70% vers vlees in de droge voeding en 83% vers vlees of verse vis in de natte voeding, legt PLATINUM er grote nadruk op dat de samenstelling van de voeding aangepast is aan de behoeften van honden.
  • PLATINUM wordt over het algemeen zeer goed geaccepteerd door honden van alle rassen en leeftijden. Zelfs honden met een gevoelige spijsvertering of intoleranties verdragen PLATINUM hondenvoeding doorgaans goed.
  • De ingrediënten en samenstelling van hondenvoeding uit Fleischsaftgarung wordt regelmatig en onafhankelijk getest door ELAB Analytik GmbH (voorheen TÜV SÜD ELAB) - ter bescherming van de gezondheid van honden.
  • Alle producten zijn soja-, gentechnologie- en glutenvrij. Bovendien worden er geen smaakversterkers, lokstoffen, aroma's of kleurstoffen gebruikt.
  • Meer dan 80.000 positieve klantbeoordelingen bij Trusted Shops spreken voor zich!
  • We hebben zoveel vertrouwen in onze producten dat we een 100 dagen geld-terug-garantie bieden op alle producten. Probeer het gewoon eens.